Certificaat van Oorsprong

Von: Explect, 31. Januar 2022

CVO

Wil je producten gaan exporteren? Dan heb je een certificaat van oorsprong nodig. Het Certificaat van Oorsprong (CVO) is een veel gebruikt oorsprongsdocument. Het geeft aan in welk land een product gemaakt is.

 

Certificaat van oorsprong (CVO) waar heb je het voor nodig?


Een certificaat van oorsprong (CVO) bewijst in welk land een product gemaakt is. Als je producten exporteert, kun je klant om een CVO vragen omdat het land van bestemming dit vereist. Op een CVO staan de omschrijving, de oorsprong van je producten, en de Naw-gegevens van de verkoper en koper. Sommige landen willen om politieke, economische of gezondheidsredenen geen producten uit bepaalde landen toelaten. Als je een order aan zo’n land levert wil de lokale overheid weten in welk land de goederen uit jouw order zijn gemaakt. Zo kunnen ze uitsluiten dat producten uit een land komen waarvoor een handelspolitieke maatregel geldt.

 

Binnen de Europese Unie (EU) heb je meestal geen CVO nodig. Een klant die zelf in de EU is gevestigd kan jou wel om een CVO vragen omdat hij een bevestiging wil hebben van de oorsprong van het door jou geleverde product. Vaak levert zo’n klant de order deels of helemaal door aan een land buiten de EU. Je klant vraagt dan zelf een nieuw CVO aan en gebruikt jouw CVO als onderliggend bewijsstuk. In sommige gevallen kun je ook andere bewijsstukken zoals een LVO-verklaring gebruiken.

 

De verschillende politieke, economische en gezondheidsredenen lichten we kort toe.

·        Er kan om gezondheidsredenen om een CVO gevraagd worden. Dit komt voor als een land bang is voor ziektes bij dieren of planten in bepaalde landen. Een overheid wil dan geen dierlijke of plantaardige producten uit het desbetreffende land toelaten om besmettingen te voorkomen. Je hebt het dan over veterinaire (diergeneeskunde) en fytosanitaire (plantengezondheid) maatregelen.

·        Een quotaregeling zoals een tariefcontingent. Dit is een verlaging van invoerrechten voor bepaalde hoeveelheden van producten, zoals vrijstelling op invoerrechten bij import.

·        Antidumpheffingen., hierbij leggen overheden extra invoerheffingen op als goederen te goedkoop de markt komen, waardoor de markt verstoord raakt. Deze maatregel is vaak gericht op specifieke producten.

 

Hoe weet je of een CVO verplicht is?

 

De Europese Commissie heeft hiervoor een database opgesteld. In de Acces2Markets-database vind je gemakkelijk wanneer er een CVO verplicht is.

 

Hoe bepaal je de oorsprong?

Met de oorsprong van een goed of een product wordt kort gezegd gedoeld op het land waar het goed of product geheel en al is voortgebracht, of waar het product zijn laatste nodige bewerking heeft ondergaan. Daarbij moet onderscheid worden gemaakt tussen preferentiële en niet-preferentiële oorsprong. Die laatste, niet-preferentiële oorsprong, is vooral van belang voor handelspolitieke maatregelen, terwijl de preferentiële oorsprong vooral van belang is voor het tarief dat van toepassing is bij invoer.

 

Preferentiële oorsprong

De preferentiële oorsprong kan gebaseerd zijn op een vrijhandelsovereenkomst, waarbij preferenties tussen partijen zijn overeengekomen, of gebaseerd zijn op de eenzijdig toegekende algemene tariefpreferenties (het Algemeen Preferentieel Systeem ofwel APS). Om aanspraak te kunnen maken op een tariefpreferentie moet aan er enkele voorwaarden zijn voldaan.

 

De goederen moeten van oorsprong zijn uit een ‘begunstigd land’ of ‘partnerland’. De goederen moeten (in de eerste plaats) rechtstreeks zijn vervoerd vanuit dat andere land naar de EU, en Er moet bij de invoer een geldig bewijs van oorsprong worden overlegd. Meestal is dat een EUR 1. Een FOR M-A kan uitsluitend als bewijsmiddel dienen op basis van het Algemeen Preferentieel Systeem (APS).

Goederen zijn van niet-preferentiële oorsprong als ze in een land of gebied ‘geheel en al’ verkregen zijn of in het land van vervaardiging er een ‘laatste ingrijpende bewerking’ heeft plaatsgevonden.

 

Niet-preferentiële oorsprong

Producten zijn van niet-preferentiële oorsprong als ze in een land of gebied ‘geheel en al zijn verkregen’ of in het land van vervaardiging een ‘laatste ingrijpende bewerking’ heeft plaatsgevonden.

 

Geheel en al verkregen

De oorsprong is het land waar een product uit de grond is gewonnen of gegroeid en geoogst, gevangen of geboren. Dit kan gaan om delfstoffen, hout, gewassen of dieren. Dit noemen we ‘geheel en al’ verkregen. Bij geheel en al verkregen producten mag je bij eventuele bewerkingen of verwerkingen van een product tot eindproduct geen buitenlandse materialen gebruiken. Zo stel je de oorsprong van het product eenvoudig vast.

 

Laatst ingrijpende bewerking

Als je producten maakt waarin je grondstoffen en onderdelen dit verschillende landen verwerkt, is dit product niet geheel en al verkregen in Nederland. Als je bedrijf in Nederland grondstoffen en onderdelen zoals halfproducten voldoende bewerkt tot een geheel nieuw product, krijgt het eindproduct de Nederlandse oorsprong. Dit wordt ‘laatst ingrijpende bewerking’ genoemd.

 

Regelgeving oorsprong

 

Op een Certificaat van Oorsprong staat de niet-preferentiële oorsprong. De eisen voor het bepalen van een niet-preferentiële oorsprong van goederen staat in art. 61 lid 3 van het douanewetboek van de unie (DWU).

Deze staat ook bekend als Union Costums Code (UCC). Op basis van art. 61 krijgen goederen de oorsprong van het land waarin de ‘geheel en al’ of ‘laatste ingrijpende bewerking’ of verwerking hebben ondergaan.

 

De Eurochambres Guidelines of richtlijnen gebruik je als hulpmiddel voor het toepassen van de douanewetgeving uit artikel 61. We hebben de belangrijkste begrippen uit de oorsprongsregelgeving op een rijtje gezet:

 

Wholly obtained.

Dit betekent geheel en al verkregen. Bijvoorbeeld het winnen van mineralen uit de grond, oogsten van groenten en fruit of het melken van koeien.

 

Last substantial transformation.

Dit is de laatste ingrijpende bewerking of verwerking. Hiervoor gelden voorwaarden. Bijvoorbeeld dat je met de bewerking de onmisbare eigenschappen, kenmerken of functionaliteit van het product aanpast.

 

Minimal operations.

Dit is een ontoereikende bewerking, ofwel kleine bewerkingen waardoor de oorsprong van een product niet verandert. Ontoereikend bewerken is bijvoorbeeld verpakken of koel houden van producten tijdens het transport, of eenvoudige assemblage. In de richtlijnen staan alle ontoereikende bewerkingen.

 

Special cases of qualification for origin.

Dit zijn specifieke gevallen van oorsprongsbepaling. Bijvoorbeeld de oorsprongsbepaling van meegeleverde of nagezonden vervangingsonderdelen, of het bepalen van de oorsprong van niet of beperkt bewerkte samengestelde producten gemaakt met de ‘major portion’ van de waarde. Dit is het grootste waardebestanddeel.

 

Hoe vraag je een CVO aan?

 

Per exportzending vraag je digitaal een CVO aan bij de KVK. Voor een digitale aanvraag zijn er 2 mogelijkheden beschikbaar. Je kunt dit online regelen via een intermediair, of je schakelt een logistieke dienstverlener in.

 

Wat is er nodig voor een aanvraag?

Je zult verschillende bewijsstukken moeten aanleveren bij de KVK waarmee je oorsprong van de producten aantoont. Wat je aanlevert, hangt af van je rol als aangever.

 

Als producent toon je aan dat je product voldoet aan de oorsprongsregels. Hiervoor maak je een omschrijving van je productieproces, soms met aanvullende informatie.

 

Als handelaar gebruik je een van de volgende opties:

·        Is je leverancier binnen de EU gevestigd? Vraag hem dan om een leveranciersverklaring voor goederen van niet-preferentiële oorsprong (LVO)

·        Is je leverancier buiten de EU gevestigd? Vraag hem dan om een CVO waarmee je de oorsprong aantoont.

 

Als logistieke dienstverlener is de bewijslast hetzelfde als voor de producent of de handelaar voor wie je de zending afhandelt. Laat ook zien dat je als dienstverlener jouw opdrachtgever mag vertegenwoordigen, doe dit bijvoorbeeld met een volmacht.

 

Zijn er kosten aan een CVO verbonden?

De kosten voor een CVO bestaan uit verschillende bestanddelen. Afhankelijk van de gekozen aanvraagmethode stuurt KVK je maandelijks een verzamelfactuur voor de afgiftekosten, de zogeheten kosten. Hiernaast berekenen een intermediair of logistiek dienstverlener kosten voor hun dienstverlening.

 

De kosten voor 2022 zijn:

CVO: 14,40 euro.

Kopie CVO: 1 euro.


Bron: KVK
Disclaimer: de maker en/of aan deze website gelieerde personen kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor de gevolgen van het gebruik van de informatie op deze site. Hoewel deze site met de grootste zorg is samengesteld, kunnen geen garanties worden gegeven over de volledigheid, de actualiteit en de juistheid van de weergegeven informatie.

Verlassen Sie die Website bereits?

Haben Sie nicht gefunden, was Sie gesucht haben?

Wir helfen Ihnen gerne weiter, stellen Sie unten Ihre Frage